Sucralose is en zoetstof met weinig calorieën die wordt gebruikt om overgewicht en diabetes tegen te gaan. Toch lijken de voordelen voor je gezondheid niet op te wegen tegen de nadelen. Dit zijn zeven redenen om sucralose te vermijden en vier gezonde zoetstoffen om mee te bakken.

Wat is sucralose?

Sucralose is een kunstmatige zoetstof die wordt gewonnen uit suiker. Als je sucralose onder een microscoop zou leggen, zou je zien dat deze chlooratomen bevat. De stof ontstaat door een bewerkingsproces waarbij hydroxylatomen worden vervangen door chlooratomen. Hierdoor stijgt het zoetgehalte van de stof.

Wat zegt de wetenschap?

Uit diverse onderzoeken blijkt dat sucralose de bloedsuikerspiegel en het insulineniveau verandert en een nadelig effect heeft op de gunstige bacteriën in de darmen en de darmen zelf.

Andere onderzoeken tonen aan dat de zoetstof niet bijdraagt aan een gezond gewicht en dat deze mogelijk zelfs leidt tot gewichtstoename. Er zijn ook wetenschappers die hebben aangetoond dat je onder invloed van sucralose bepaalde voedingsstoffen minder goed opneemt.

Als de zoetstof wordt verhit, zoals tijdens het bakken, kunnen er schadelijke stoffen ontstaan. Al met al zeven redenen om sucralose zoveel mogelijk te vermijden en gebruik te maken van gezonde zoetstoffen in koffie, thee en gebak.

Wat zijn gezonde alternatieven voor sucralose?

Er zijn gelukkig voldoende gezonde alternatieven voor sucralose. Eén daarvan is stevia, een zoetstof gemaakt van een plantje. Ook palmsuiker en kokosbloesemsuiker zijn gezonde alternatieven. Net als rauwe honing en xylitol.

Stevia

Stevia wordt al duizenden jaren gebruikt als zoetstof. Het is zo’n tweehonderd keer zoeter dan suiker. Je hebt er dus weinig van nodig om je baksels mee te zoeten. Het bevat geen koolhydraten en zeer weinig tot geen calorieën.

Stevia draagt niet bij aan gewichtstoename. Het is juist goed voor je gewicht, zo laten onderzoeken zien. Ook je bloedsuikerspiegel en insulineniveau verbeteren onder invloed van stevia. Een hele gezonde zoetstof dus.

Het is zelfs zo dat stevia je langer een vol gevoel geeft. Daarmee draagt deze zoetstof bij aan een gezond gewicht als je wil afvallen. Daarnaast heeft dit natuurlijke zoetmiddel een positief effect op je bloeddruk en je cholesterol.

Stevia is prima geschikt om mee te bakken. De zoetstof blijft namelijk zijn smaak behouden tot 200 graden Celsius.

Het is wel even opletten als je stevia koopt, want de zoetstof wordt vaak aangevuld met minder gezonde zoetstoffen, zoals maltodextrine. Kijk dus vooral goed of het product bestaat uit pure stevia. Vaak staat dat vermeld op de verpakking als ‘>95% uit steviolglycosiden’.

Het nadeel van stevia is dat het niet helpt om baksels te laten rijzen, zoals suiker. Daarvoor moet je bij natuurlijke suikers zijn. Denk hierbij aan palmsuiker en kokosbloesemsuiker.

Palmsuiker en kokosbloesemsuiker

Palmsuiker en kokosbloesemsuiker hebben net als stevia een natuurlijke oorsprong. Bovendien zijn ze weinig bewerkt, waardoor ze nog alle gezonde vitamines en mineralen bevatten. Voorbeelden van mineralen zijn calcium, magnesium en ijzer.

Palmsuiker en kokosbloesemduiker zijn goed te verhitten, alleen zijn ze iets minder zoet dan witte suiker. Deze zoetstoffen hebben bovendien een eigen smaak. Dat kan in het begin even wennen zijn. Gebruik ze in plaats van bruine basterdsuiker.

Rauwe honing

Rauwe honing is niet boven 45 graden Celsius verhit en bevat daardoor nog alle gezonde enzymen en andere voedingsstoffen. Dit is eveneens een gezonde zoetstof, alleen niet geschikt om mee te bakken.

Als je rauwe honing sterk verhit, verliest het zijn voedingsstoffen en heeft het net zo’n effect op je lichaam als gewone suiker.

Xylitol

Xylitol kennen we uit kauwgom. Dit is ook een prima zoetstof om te gebruiken voor je baksels. Het heeft dezelfde zoetkracht als suiker, dus je kunt dezelfde hoeveelheid aanhouden.

Bronnen

Nettleton, J.A. et al. (2009). Diet soda intake and risk of incident metabolic syndrome and type 2 diabetes in the Multi-Ethnic Study of Atherosclerosis (MESA). Diabetes Care, 32(4):688-94.

Dalenberg, J.R. et al. (2020). Short-Term Consumption of Sucralose with, but Not without, Carbohydrate Impairs Neural and Metabolic Sensitivity to Sugar in Humans. Cell metabolism, 31(3):493-502.e7.

Rodriguez-Palacios, A. et al. (2018). The Artificial Sweetener Splenda Promotes Gut Proteobacteria, Dysbiosis, and Myeloperoxidase Reactivity in Crohn’s Disease-Like Ileitis. Inflammatory bowel diseases, 24(5), 1005-1020.

Qin, X. (2011). What made Canada become a country with the highest incidence of inflammatory bowel disease: Could sucralose be the culprit? Journal canadien de gastroenterologie, 25(9), 511.

Abou-Donia, M.B. et al. (2008). Splenda alters gut microflora and increases intestinal p-glycoprotein and cytochrome p-450 in male rats. Journal of toxicology and environmental health, Part A, 71(21),1415-29.

Schiffman, S.S. et al. (2013). Sucralose, A Synthetic Organochlorine Sweetener: Overview of Biological Issues. Journal of toxicology and environmental health, Part B, 16(7), 399–451.

Rahn, A. et al. (2010). Thermal degradation of sucralose and its potential in generating chloropropanols in the presence of glycerol. Food Chemistry, 118, 1, 56-61.

Schiffman, S.S. et al. (2023). Toxicological and pharmacokinetic properties of sucralose-6-acetate and its parent sucralose: in vitro screening assays. Journal of Toxicology and Environmental Health, Part B. 1-35.

De Ruyter, J.C. et al. (2012). A trial of sugar-free or sugar-sweetened beverages and body weight in children. N Engl J Med, 367(15), 1397-406.

Bundgaard Anker, C. C., et al. (2019). Effect of steviol glycosides on human health with emphasis on type 2 diabetic niomarkers: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. Nutrients, 11(9), 1965.

Gregersen, S., et al. (2004). Antihyperglycemic effects of stevioside in type 2 diabetic subjects. Metabolism, 53(1), 73-76.

Chan, P., et al. (2000). A double-blind placebo-controlled study of the effectiveness and tolerability of oral stevioside in human hypertension. British Journal of Clinical Pharmacology, 50(3), 215-220.

Hsu, Y. H., et al. (2002). Antihypertensive effect of stevioside in different strains of hypertensive rats. Zhonghua Yi Xue Za Zhi, 65(1), 1-6.

Chan, P., et al. (1998). The effect of stevioside on blood pressure and plasma catecholamines in spontaneously hypertensive rats. Life Science, 63(19), 1679-1684.